Het huilende geluid, door Jort
Een huilend geluid
Ergens hier ver vandaan leefden er drie jongens. Deze drie jongens zijn musketiers en waren op pad in het donkere woud opzoek naar schurken. Na een dag lang zoeken gingen ze op de terugweg naar het kasteel. Plots hoorden ze een huilend geluid. Ze schrokken maar gingen direct op onderzoek uit. Een van de musketiers miste een zwaard omdat hij zijn zwaard was verloren bij een gevecht. Als ze niet snel een ander zwaard konden vinden moesten de andere musketiers hem en zichzelf beschermen. Ze besloten daarom eerst naar het kasteel te gaan en een zwaard te halen.
Maar net toen ze vlakbij de brug van het kasteel waren hoorden ze het geluid weer maar dit keer nog harder nog enger en precies achter hun. De musketiers schrokken. Er leek geen tijd om een extra zwaard te halen maar zo snel als het geluid kwam was het ook weer weg. Ze gingen nu het zwaard halen zodat ze beter konden vechten en verdedigen. Nu ze weer een zwaard hadden gingen ze verder met het onderzoek. Er ging een verhaal rond dat eens in de zeven jaar de geest van een weerwolf tot leven komt, voor zeven dagen en zeven uur. In deze tijd is niemand veilig want de mensen vertelden dat de weerwolf iedereen aanvalt en vermoord. De mensen waren veilig in het kasteel maar niemand durfde naar buiten. Het was aan de musketiers om de weerwolf te verslaan. De musketiers doorzochten de hele nacht het woud maar vonden geen spoor. Ze besloten naar huis terug te gaan. Plots zagen in de struiken een paar gele gemene ogen hun kant opkijken. Ze stapten af van hun paarden en pakten hun zwaard. De musketiers hadden geen angst en gingen recht op het paar ogen af. Net toen ze wilden vechten zagen ze twee grote vleugels en vloog het dier weg. Het bleek een uil te zijn. Ze moesten hard lachen want ze waren stiekem wel een beetje bang. Ze draaiden zich om en daar stond de weerwolf plots uit het niets. De weerwolf had bruin haar, mes scherpe tanden, vlijmscherpe klauwen en een gemene kop. De musketiers schrokken zich rot. Ze wilden in de aanval gaan maar een van de musketiers zag iets vreemds aan de weerwolf. Het leek wel of de weerwolf een gat had in zijn poot. Uit dat gat stak een stuk gele stof. Toen hij beter keek zag hij dat het een weerwolvenpak was. Er moest dus iemand inzitten. De musketier riep “Geef je over anders ben je er geweest!”.
De weerwolf wilde ontsnappen voordat hij werd betrapt. Hij kreeg geen enkele kans en de musketiers overmeesterden hem. Ze trokken zijn masker af en zagen dat het iemand uit het kasteel was die ze goed kenden. Het bleek de schildknaap te zijn. Ze namen hem mee naar het kasteel en vroegen waarom die dit had gedaan. Zijn antwoord was simpel. Hij was al jarenlang schildknaap en wilde ook avonturen beleven net als de musketiers. Iedereen in het dorp vond het geen leuke grap maar begrepen de schildknaap wel. Voor straf moest jij een maand lang de aardappels schillen voor alle mensen. Daarna mocht hij met de musketiers mee want ze vonden hem wel dapper genoeg. En sinds die tijd vierden de mensen elk jaar feest op weerwolven dag waarbij iedereen verkleed ging als weerwolf. De musketiers waren nu voortaan met zijn vieren en beleefden nog vele avonturen maar die vertel ik een volgend keer.
Einde!
Door: Jort
Reactie plaatsen
Reacties