Het lelijke knopje in de tuin van de koning,
door Sara lind
Het lelijke knopje in de tuin van de koning
Ik had een keer een droom, een mooie maar toch zielige droom. Het ging over een bloemknopje. Het ging zo:
‘Er was eens een knopje. Het knopje stond in de tuin van de koning. Niemand zag haar staan. Ze was namelijk maar een knopje. De andere bloemen zeiden altijd tegen haar: ‘Heey, kijk daar! Daar heb je ons stomme knopje weer!’ of ‘kijk dan hoe lelijk en klein ze is!’. Ze pestten haar heel erg, maar ja, ze hadden gelijk, ze was maar een stom, lelijk knopje.
Op een dag werd ze er helemaal gek van. Ze wurmde zich naar voren, nu stond ze vooraan. Iedereen die over het pad wandelde kon haar nu goed zien. Ze zag nu in wat voor prachtige tuin ze stond, er waren bloemen in allerlei kleuren, mooie fonteinen, en het mooiste was het prachtige paleis dat in het midden stond. Het paleis was helemaal wit, behalve de toren aan de zijkant, die was rood. Ze keek haar ogen uit, nog nooit had ze zoiets moois gezien! Er liepen ridders voorbij, en uit hun gesprek te horen, was dit de tuin van de koning.
Die middag liep er een meisje langs, ze was klein, maar ze had een prachtige blauwe jurk aan. Ze zag het knopje staan en liep naar het knopje toe. Het meisje bukte zich voorover en bekeek het knopje. Toen ze weer opstond glimlachte ze alleen maar, en liep weg. Het knopje stond daar maar, helemaal alleen. Ze zag dat de pestbloemen er weer aan kwamen. ‘Ooh, is ons knopje een beetje zielig? Nou lekker voor je!!!’ zeiden ze. Ze gingen maar door en door, en op gegeven moment viel het knopje in slaap.
De volgende ochtend werd het knopje wakker en zag dat de pestbloemen waren vertrokken. ‘Gelukkig’ dacht ze en ze stak haar knop omhoog om wat water op te vangen van de sproeier. Jammer genoeg was het geen sproeier maar, een ridder die stond te plassen. Dus haar dag begon al stinkend en vies.
Toen kwam het meisje met de blauwe jurk aan lopen. Ze liep hand in hand met een man, in de richting van het knopje. De man zag er uit als een tuinman. En dat was hij ook. Hij pakte een schep en schepte het knopje zo uit de grond. Toen nam hij het knopje mee naar de rode toren. En het meisje liep mee. Ze kwamen aan bij de rode toren. Het zag er gezellig uit, schattige bloemetjes in het raamkozijn in alle kleuren van de regenboog, mooie rode rozen in de voortuin, en ga zo maar door. Ze liepen naar binnen. Binnen waren gewoon eenvoudige spullen. Ze liepen door, een lange trap op. Tot ze waren aangekomen bij een klein kamertje. Het was er klein, maar wel knus. In het midden van de kamer stond een ketel. Een grote, zwarte ketel. De tuinman mompelde iets, en er ontstond een grote vlam in de ketel. De vlam werd groter, en groter. Hij was nu bijna tegen het plafond aangekomen toen er een fee uit het vuur kwam vliegen. Ze had een mooie rode jurk aan, haar haar was oranje, en ze had mooie rode ogen. De tuinman zei: ‘Oh fee van het vuur wilt u dit knopje helpen, om groter te worden?’. De fee keek verward. Maar zei ze: ‘Hocus pocus pilates pas, ik wens dat jij groter was.’ Ze wees met haar toverstok naar het knopje. Het knopje begon groter te worden, en groter, en groter. Ze was nu ongeveer net zo groot als het meisje toen het groeien stopte. Nu begon het knopje bovenop de steel te bloeien. Ze kreeg eerst kleine blaadjes, maar die werden groter. Algauw was ze een mooie rode roos geworden. De tuinman bedankte de fee en de roos werd terug gezet op haar plaats, waar ze nog lang en gelukkig leefde.’
EINDE
Door: Sara Lind
Reactie plaatsen
Reacties
Het is echt een super leuk en grappig verhaal!
GROETJES imke
echt EEN SUPER LEUK VERHAAL!